In De Bijbel wordt vaak gesproken over geloven. De Heere Jezus zegt bijvoorbeeld:
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven (Johannes 6:47).
Geloven is dus heel belangrijk. Een ander woord voor geloven is: vertrouwen. De vraag is: vertrouw jij op je eigen werken of verdiensten voor je zaligheid òf vertrouw je alleen op het offer van de Heere Jezus aan het kruis?
Bovenstaand plaatje laat zien wat geloven betekent:
- De locomotief: feit (alles wat God in de Bijbel zegt of belooft)
- Wagon 1: geloof (ons vertrouwen op God en Zijn Woord)
- Wagon 2: gevoel (een gevolg van ons geloof)
De locomotief gaat voorop. Wat God zegt in de Bijbel is een feit, dat staat vast. Daarna komen pas het geloof en het gevoel. De locomotief kan wel de wagons trekken, maar de wagons kunnen nooit de locomotief trekken. De volgorde is: eerst feit, dan geloof en daarna gevoel.
Geloven betekent dat ik erop vertrouw dat de feiten die in Gods Woord staan 100 procent waar zijn, ook al voel ik daar (nog) niets bij. De Bijbel zegt nergens dat iemand tot gevoel komt, maar wel dat iemand tot geloof komt.
Veel mensen wachten jarenlang op een bepaald gevoel. Bijvoorbeeld een gevoel van diepe droefheid over hun zonden, of een gevoel dat de Heere God in hen aan het werk is. Dat kan echter heel gevaarlijk zijn, want ons gevoel bedriegt ons heel vaak. God zegt nergens in de Bijbel dat ik moet voelen dat Hij mij gered heeft of wil redden, maar Hij vraagt van mij dat ik geloof. Geloof ik dat wat God zegt echt waar is? Geloof ik dat ik een zondaar ben? Geloof ik dat de Heere Jezus ook voor mijn zonden gestorven is aan het kruis? Natuurlijk kan er wel gevoel bij komen. Dit kan soms ook weer weggaan, maar Gods Woord staat altijd vast. Ga niet af op je gevoel, maar geloof in de Heere God en de beloften in Zijn Woord en vertrouw daarop.