Als het in de Bijbel gaat over (uit)verkiezing, dan gaat het vaak over een taak die iemand krijgt. Er wordt dan niet bedoeld dat men uitverkoren is om voor eeuwig behouden te worden, maar dat men uitverkoren is voor een bepaalde taak. Hieronder drie voorbeelden uit de Bijbel:
Koning David wilde graag een tempel bouwen. God liet hem echter weten dat niet hij, maar zijn zoon Salomo uitverkoren was voor deze taak:
Ook Paulus was uitverkoren voor een bepaalde taak, namelijk om zendeling te worden:
Een christen is niet alleen maar bestemd voor het eeuwige leven. Dat zou betekenen dat alleen het leven na de dood belangrijk is. Zo is het echter niet. We zijn uitverkoren voor een geweldige taak op aarde, namelijk om anderen te vertellen wie God is en om van Hem te getuigen:
Uitverkiezing voor een taak is nooit zo bedoeld dat de één ten koste gaat van de ander, maar God kiest één persoon of een bepaalde groep mensen om anderen tot zegen te zijn. Dat betekent echter niet dat degenen die niet voor die taak zijn uitgekozen voor eeuwig verloren gaan. Denk maar aan Ananías (Handelingen 9:10). Hij was niet uitverkoren als zendeling, maar hij is wel voor eeuwig behouden.
Om over na te denken
Lees Johannes 15:16. Welke taak in Zijn Koninkrijk heeft de Heere God voor jou?