In het vorige hoofdstuk ging het over genade: als we gered worden is dat voor 100 procent Gods werk en Zijn genade. Daar is de Bijbel heel duidelijk over. Tegelijkertijd worden wij als mensen opgeroepen om ons te bekeren en in de Heere Jezus te geloven. We zijn dus ook voor 100 procent verantwoordelijk en kunnen ons niet verschuilen achter onze onmacht. Maar hoe zit dat dan precies? We willen proberen dit duidelijk te maken aan de hand van een waargebeurd verhaal.
Reddingsoperatie in 2010
In augustus 2010 kwamen 33 Chileense mijnwerkers vast te zitten in een mijn op bijna 700 meter diepte. De kans was groot dat ze allemaal zouden sterven. Er werd echter besloten om een schacht te boren van 700 meter diep. Via deze gang liet men een kooi zakken, waarmee uiteindelijk alle mijnwerkers naar boven werden gehaald en iedereen werd gered.
Hoe zijn deze mijnwerkers gered? Hebben zij dat zelf gedaan? Nee, natuurlijk niet. Ze waren voor 100 procent afhankelijk van anderen die de schacht boorden en de reddingskooi lieten zakken. Zo is onze redding ook 100 procent Gods werk en Zijn genade. Maar als ze nu niet in die kooi gestapt waren, zouden ze dan ook gered zijn? Nee, ze moesten wel zelf instappen. Zo is behouden worden ook 100 procent onze eigen verantwoordelijkheid. De mijnwerkers waren voor hun redding dus voor 100 procent afhankelijk van anderen en voor 100 procent zelf verantwoordelijk. Eenmaal boven gekomen, waren ze enorm dankbaar dat ze door toedoen van anderen gered waren. Zo zijn ook Gods kinderen dankbaar dat God hen gered heeft.
De vraag is: hoe zijn deze mijnwerkers gered? Hebben zij dat zelf gedaan? Nee, natuurlijk niet. Ze waren voor 100 procent afhankelijk van anderen die de sleuf groeven en de reddingskooi lieten zakken. Zo is onze redding ook 100 procent Gods werk en Zijn genade. Maar als ze nu niet in die kooi gestapt waren, zouden ze dan ook gered zijn? Nee, ze moesten wel zelf instappen. Zo is behouden worden ook 100 procent onze eigen verantwoordelijkheid.
De mijnwerkers waren voor hun redding dus voor 100 procent afhankelijk van anderen en voor 100 procent zelf verantwoordelijk.
Eenmaal boven gekomen, waren ze enorm dankbaar dat ze door toedoen van anderen gered waren. Zo zijn ook Gods kinderen dankbaar dat God hen gered heeft.
Zo’n 2000 jaar geleden was er ook een reddingsoperatie. De Heere Jezus kwam ook van boven naar beneden. Hij gaf Zijn leven, toen Hij stierf aan het kruis op Golgotha. Als Jezus niet naar de aarde was gekomen, zou er niemand gered kunnen worden, ook jij niet. Maar doordat de Heere Jezus stierf aan het kruis, is de straf voor de zonde betaald. Hierdoor kun jij gered worden. Hij vraagt echter wel om in geloof naar Hem toe te komen, net als de mijnwerkers die in moesten stappen (Mattheüs 11:28). Komen is: (actief) tot Hem komen en niet passief afwachten. Tot God komen is: in gebed je zonde belijden en Hem om vergeving vragen, geloven dat de Heere Jezus ook voor jouw zonden aan het kruis gestorven is en jezelf aan Hem overgeven. Wie Hem niet aanneemt in geloof, gaat voor eeuwig verloren, maar wie in de Heere Jezus gelooft en zich overgeeft aan Hem wordt voor eeuwig gered.
Om over na te denken
Wat staat er in Mattheüs 22:1-12 en Mattheüs 23:37b over eigen verantwoordelijkheid?