Wat staat er in de Bijbel?
De Heere Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven
- Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Alleen door het offer van de Heere Jezus aan het kruis kunnen we met God verzoend worden. De Heere Jezus baande voor ons de weg tot God (1 Petrus 3:18a). Hierdoor kunnen we vergeving van onze zonden en eeuwig leven ontvangen.
God is liefde en Hij wil u graag zalig maken
- Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
- Romeinen 5:8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
- Efeze 2:4,5a Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden.
- 1 Johannes 4:8 Die niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is liefde.
- 1 Johannes 4:9 Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
- 1 Johannes 4:10 Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden.
- 1 Johannes 4:16 En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde; en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem.
God haat wel het zondige gedrag van mensen en de toestand waarin zij zonder Hem verkeren, maar God wil juist dat zij tot inkeer komen (Ezechiël 33:11). God houdt zóveel van ons dat Hij zelfs Zijn eniggeboren Zoon gaf om ons te redden!
God maakt geen onderscheid tussen mensen
Er staat nergens in de Bijbel dat God onderscheid maakt tussen mensen wat zalig worden betreft. De Heere heeft geen voorkeur voor bepaalde mensen. Er worden geen mensen bij voorbaat uitgesloten (Romeinen 5:18, 1 Timotheüs2:5,6a).
Er staat in de Bijbel nergens dat iemand tot God komt, maar door God wordt afgewezen omdat hij of zij niet uitverkoren is. Ieder (niemand wordt uitgesloten) die tot Hem komt en in geloof op de Heere Jezus vertrouwt, zal zalig worden (Johannes 6:37b,40).
- 2 Kronieken 19:7b Want bij den HEERE, onze God, is geen onrecht, noch aanneming van personen, noch ontvanging van geschenken.
- Handelingen 15:8,9 En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons; en heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door het geloof.
- Romeinen 2:11 Want er is geen aanneming des persoons bij God.
- Romeinen 3:22 Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.
- Romeinen 10:12,13 Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
God is een Beloner van allen die Hem zoeken
- Hebreeën 11:6b Want die tot God komt, moet geloven dat Hij is [bestaat] en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken.
God is een Beloner dergenen (van allen) die Hem zoeken. Zoek Hem dan, ga met verwachting naar Hem toe en Hij zal ook tot u komen (Jakobus 4:8).
- Deuteronomium 4:29 Dan zult gij van daar den HEERE, uw God, zoeken, en vinden; als gij Hem zoeken zult met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
- 1 Kronieken 28:9b Indien gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden; maar indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in eeuwigheid verstoten.
- 2 Kronieken 15:4 Maar als zij zich in hun nood bekeerden tot den HEERE, den God Israëls, en Hem zochten, zo werd Hij van hen gevonden.
- Ezra 8:22b De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.
- Psalm 69:33b En gij, die God zoekt, ulieder hart zal leven.
- Psalm 119:2 Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken.
- Jesaja 45:19b Ik heb tot het zaad van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij tevergeefs.
- Jeremia 29:13,14a En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart. En Ik zal van u gevonden worden, spreekt de HEERE.
- Klaagliederen 3:25 De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt.
- Amos 5:6a Zoekt den HEERE, en leeft.
- Mattheüs 7:7,8 Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk die bidt, die ontvangt, en die zoekt, die vindt en die klopt, die zal opengedaan worden.
God doet wat Hij belooft in Zijn Woord
- Numeri 23:19 God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken en niet bestendig maken?
- 1 Samuel 15:29 En ook liegt Hij, Die de Overwinning van Israël is, niet, en het berouwt Hem niet; want Hij is geen mens, dat Hem iets berouwen zou.
- 2 Korinthe 1:20 Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.
- 1 Thessalonicensen 5:24 Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.
- Hebreeën 10:23 Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw).
U mag vertrouwen en pleiten op wat God belooft in Zijn Woord.
Jezus nodigt je uit om tot Hem te komen
- Mattheüs 11:28 Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
U mag met al uw moeiten, uw zorgen, met uw zondelast en uw geloofsvragen tot de Heere Jezus komen. Jezus belooft dat Hij u rust zal geven (rust voor uw geest, uw ziel en uw lichaam). U mag komen zoals u bent, met lege handen.
De Heere veroordeelt u niet en Hij zal u nooit afwijzen als u oprecht tot Hem komt
De Heere Jezus heeft de straf voor de zonde gedragen als Plaatsvervanger voor allen die tot Hem komen (Jesaja 53:5, 2 Korinthe 5:15,19,21 en 1 Johannes 2:1b,2). Daarom wijst God u niet af en Hij veroordeelt u niet als u zich oprecht bekeert, en belijdt dat u gezondigd heeft, als u Hem om vergeving vraagt en gelooft dat de Heere Jezus voor uw zonden gestorven is. Hij ziet u dan aan in Zijn Zoon Jezus Christus.
- 2 Kronieken 30:9b Want de HEERE, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert.
- Johannes 3:17 Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.
- Johannes 3:18a Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld.
- Johannes 6:37b En die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
- Johannes 12:47b Want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make.
Als wij onze zonden belijden, dan vergeeft de Heere al onze zonden
- Psalm 32:5 Mijn zonden maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonden.
- Psalm 86:5 Want Gij, Heere! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen.
- Spreuken 28:13 Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.
- Jesaja 1:18 Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.
- Jesaja 44:22 Ik delg uw overtredingen uit als een nevel, en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost.
- 1 Johannes 1:9 Indien wij belijden onze zonden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
God vraagt wel van ons, ook anderen te vergeven (Mattheüs 6:14,15).
God heeft geen kwade gedachten over u, maar gedachten van vrede
- Jeremia 29:11-14a Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting. Dan zult gij Mij aanroepen, en henengaan, en tot Mij bidden; en Ik zal naar u horen. En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart.En Ik zal van u gevonden worden, spreekt de HEERE.
Wie in Christus gelooft, is uitverkoren in Hem
- Efeze 1:4,5 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil.
De Uitverkorene om mensen zalig te maken, van voor de grondlegging der wereld af, is Jezus Christus (Jesaja 42:1, Mattheüs 12:18 en 1 Petrus 2:4,6). Hij was voor de grondlegging der wereld al uitverkoren om de (komende) mensheid te redden (2 Timotheüs 1:9). Degenen die in Hem geloven, delen in Gods verkiezing. Zij zijn uitverkoren in Christus.
De hel was oorspronkelijk voor de duivel en zijn engelen bestemd en niet voor mensen
- Mattheüs 25:41 Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is.
In het bovenstaande Bijbelvers staat dat de hel voor de duivel en zijn engelen bereid is. Er staat niet in de Bijbel dat de hel oorspronkelijk voor mensen bestemd is. Door heel de Bijbel heen blijkt juist dat het Gods diepste verlangen is dat alle mensen behouden worden. Dit houdt overigens niet in dat alle mensen werkelijk behouden worden. Dat er toch mensen in de hel zullen komen, is vanwege hun onwil en ongeloof (Markus 16:16 en Hebreeën 3:18,19).
God wil niet dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen
- Ezechiël 18:32 Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Here HEERE; daarom bekeert u en leeft.
- Ezechiël 33:11 Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls?
- Lukas 19:41 En als Hij [Jezus] nabij kwam, en de stad [Jeruzalem] zag, weende Hij over haar, zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.
- 1 Timotheüs 2:3b,4 God, onzen Zaligmaker; Welke wil dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen.
- 2 Petrus 3:9 De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.
Uit de bovenstaande Bijbelteksten blijkt Gods grote bewogenheid en barmhartigheid voor zondaren, maar ook Zijn geopenbaarde wil aan ons: de oproep tot geloof en bekering. De Heere is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid (2 Kronieken 30:9b, Psalm 103:8 en Joël 2:13b). De Heere God is niet uit op onze dood, maar op ons eeuwig behoud. Daarom wil Hij dat wij ons bekeren, onze zonden belijden en Zijn Zoon Jezus Christus door het geloof aannemen.
De bovenstaande Bijbelteksten laten duidelijk zien dat God niet wil dat iemand verloren gaat, maar dat het Zijn diepste verlangen is dat alle mensen zalig worden.
Wie in de Heere Jezus gelooft, heeft eeuwig leven
Gelooft u dat de Heere Jezus ook voor uw zonden aan het kruis gestorven is? Vertrouwt u op Hem met heel uw hart? Dan heeft u eeuwig leven.
Als u verloren gaat, dan komt dat niet omdat u niet uitverkoren bent (u kunt zich hier niet achter verschuilen), maar omdat u niet hebt geloofd in de Heere Jezus.
Als u wel wilt geloven, maar niet kunt geloven, dan mag u ook bidden: “Ik geloof Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.”(Markus 9:24b). En dan schenkt God het geloof.
Uit de onderstaande Bijbelteksten blijkt dat mensen verloren gaan vanwege hun ongeloof. Maar dat wie gelooft in de Heere Jezus eeuwig heeft eeuwig leven.
- Markus 16:16 Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.
- Johannes 1:12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.
- Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
- Johannes 3:18 Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, derwijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God.
- Johannes 3:36 Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
- Johannes 5:24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven.
- Johannes 6:40 En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
- Johannes 6:47 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.
- Johannes 11:25,26 Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
- Handelingen 16:31 En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
- Romeinen 10:9-11 Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid. Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden.