Misschien denkt u: ik kan me niet bekeren; dat moet God doen. We kunnen dit ook niet in eigen kracht, maar dit sluit onze verantwoordelijkheid niet uit. We kunnen dit niet als excuus gebruiken. Als de Heere tegen u zegt: “Bekeer u en geloof het Evangelie", stel dan alstublieft niet uit tot morgen.
Als de Heere God iets van u vraagt, dan maakt Hij ook dat dit mogelijk is, anders zou Hij dit niet van u vragen. De Heere schenkt de wil, de kracht, het geloof dat nodig is.
Deze man, die al 38 jaar ziek was, kon uit zichzelf niet opstaan, maar toen Jezus dit van hem vroeg, maakte Hij tegelijkertijd ook dat dit mogelijk was.
Menselijk gezien kon deze man zijn hand niet uitstrekken, maar omdat Jezus dit van hem vroeg, kon hij dit toch doen omdat Jezus er tegelijkertijd voor zorgde dat dit mogelijk was.
De Heere Jezus heeft het offer gebracht. Hij stierf voor de zonde. De Heere Jezus biedt u Zijn genade aan. Hij roept u op om u te bekeren, op Hem te vertrouwen en in Hem te geloven. U mag dit aanbod van genade aanvaarden en in geloof uw handen uitstrekken om dit genadegeschenk aan te nemen (Johannes 1:12). God Zelf schenkt u de wil, de kracht, het geloof dat hiervoor nodig is. Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God (Mattheüs 19:25,26).
Zelfs een dode kon doen wat Jezus van hem vroeg!
Als Jezus iets zegt, dan kan het ook, ook al lijkt het menselijk gezien onmogelijk.
Als u geestelijk nog dood bent, dan roept God u op om u te bekeren, in Hem te geloven en uw leven aan Hem toe te vertrouwen. Het Woord van God is geladen met de opstandingskracht van Christus. God roept uit de dood tot het leven (Johannes 5:25). U leeft dan niet meer voor uzelf, maar dan gaat u leven voor Hem (2 Korinthe 5:15, 1 Petrus 4:2).